Ruimtelijke ordening gaat over de inrichting van de beschikbare leefruimte. Dit wordt gedaan op Rijks- provinciaal en gemeentelijk niveau. De manier waarop de leefruimte wordt benut, wordt opgenomen in regels en plannen. Bij de vaststelling daarvan wordt rekening gehouden met individuele en algemene belangen.
Er zijn verschillende manieren om regels over de leefruimte vast te leggen in ruimtelijke plannen. De bekendste vorm is het bestemmingsplan. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Binnen het bestemmingsplan krijgt elke locatie een bepaalde bestemming, met daarbij een set regels die gelden voor die bestemming. Denk hierbij aan een bestemming ‘Wonen’ of ‘Agrarisch’. Voor elke bestemming staat beschreven of er op de gronden gebouwd mag worden, hoeveel er gebouwd mag worden, onder welke voorwaarden en waarvoor de gronden gebruikt mogen worden. Tegen een bestemmingsplan kan beroep worden ingediend.
Een andere vorm van een ruimtelijk plan is de structuurvisie. De structuurvisie is een beleidsdocument waarin een gemeente, provincie of het Rijk in hoofdlijnen de visie op het ruimtelijk beleid beschrijven. Tegen een structuurvisie staan geen rechtsmiddelen open, omdat het document alleen bindend is voor de opsteller, de gemeenteraad. Indirect kan er wel tegen geprocedeerd worden, bijvoorbeeld door in beroep te gaan tegen een bestemmingsplan. Een bestemmingsplan wordt gebaseerd op de structuurvisie.
Voor bewoners of omwonenden van een bepaald plangebied zijn er verschillende participatiemogelijkheden. Vaak vinden er voorafgaand aan formele besluitvorming inspraakavonden plaats in de buurt, waarbij de gemeente en de projectontwikkelaar de plannen toelichten en er een mogelijkheid is om vragen te stellen. De gemeente is niet verplicht om dit soort bijeenkomsten te organiseren. Wel moeten ruimtelijke plannen bekend worden gemaakt via www.officielebekendmakingen.nl. Vanuit www.overheid.nl kunnen notificaties per adres worden aangezet.
Bij bestemmingsplannen is er een mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Hierin kunnen zorgen en bezwaren over het plan worden geuit en suggesties worden gedaan. Iedereen kan een zienswijze indienen tegen een ontwerpbestemmingsplan. De gemeente is niet verplicht om de zienswijzen op te volgen. Wel moet het de zienswijzen beantwoorden. Meestal gebeurt dit in een nota van beantwoording.
Nadat het bestemmingsplan is vastgesteld, kunnen belanghebbenden binnen zes weken vanaf de dag na terinzagelegging van het plan in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tegen een structuurvisie staat geen bezwaar of beroep open.
HABITAT kan u vanaf het eerste moment ondersteunen, door bijvoorbeeld het ontwerpbestemmingsplan te controleren op juridische aanknopingspunten om in beroep te gaan. Ook kunnen wij u adviseren over een strategische aanpak richting de projectontwikkelaar en/of gemeente. Moet er een procedure worden gestart bij de Raad van State, dan kunnen wij u hier ook bij ondersteunen. Ook als ondernemer kunnen wij u adviseren over de mogelijkheden van een bepaald plan, bijvoorbeeld met onze HABITAT|Bedrijfslocatiecheck. Neem voor meer informatie contact op met onze helpdesk, wij bespreken graag de mogelijkheden met u.